Inburgeraars leren Nederlands in het bos

27 juni 2019

Een wandeling in het bos of een fietstocht door de polder is voor veel Nederlanders heel gewoon. Maar expats, vluchtelingen en andere nieuwe Nederlanders zoeken het groen niet snel op. Enkele initiatieven proberen dat te veranderen. ‘Zijn hier hyena’s?’

Op deze doordeweekse voorjaarsochtend is het druk op het parkeerterrein van restaurant Boshuis Drie bij het Speulderbos in Ermelo. Naast wat wielrenners en wandelaars heeft een groep van elf taalcursisten van de inburgeringscursus van het StartCollege in Harderwijk en hun docenten zich hier verzameld. In het bos, dat bekendstaat om zijn dansende bomen krijgen ze een rondleiding van boswachter Monique Zondag-Sterk van Staatsbosbeheer en haar stagiair Koos Koopman.

Als iedereen er is, lopen we richting het bos. “Zijn hier hyena’s?” vraagt Abrehatsion Berhe Weldemaryam. De Eritrese woont nu acht maanden in Nederland. Het is haar eerste keer in een Nederlands bos. “Het is hier groener dan in Eritrea en de bomen zijn veel hoger”, valt haar op.

Even later staan we stil op een open plek in het groen. Het is nog een beetje fris, maar daar trekken de vinken, merels en winterkoninkjes die in de bomen zingen zich weinig van aan. Af en toe is ook het schorre geluid van de houtduif te horen. “Wij gaan nu het bos in”, zegt Zondag tegen de groep. “Dan kunnen we wilde dieren tegenkomen. Weten jullie welke dieren hier voorkomen?” Poes, hond, konijn en paard, worden als eerste opties door de groep geopperd. “Apen?” vraagt de Afghaanse Homaira Yousefian daarna voorzichtig.

Slagtand

“Kennen jullie de vos?” vraagt Zondag, “en het edelhert en het wild zwijn?” De groep lijkt dit woord niet te kennen. De boswachter haalt daarom een slagtand van een zwijn uit haar jaszak en houdt die omhoog. “Ah, varken!” klinkt het herkennend.

Sommige deelnemers aan deze alfabetiseringscursus zijn nog maar een paar maanden in Nederland en moeten het Nederlands nog wat meer onder de knie krijgen. “Naast de klassikale taallessen gaan wij met de taalactiveringsgroepen op excursie”, zegt Marianne de Pater, inburgeringsdocent aan het StartCollege. “We gaan bijvoorbeeld naar de apotheek of het station en er is een kunstenaar in de les geweest. Zo kunnen de leerlingen de taallessen in de praktijk brengen.”

Het is de tweede keer dat deze boswandeling wordt georganiseerd. De Pater: “In november hebben we een proef gedaan en die is goed bevallen. Hoewel veel leerlingen in Elspeet, Ermelo, Zeewolde, Putten en andere plekken dichtbij de Veluwe wonen, zullen ze niet zo gauw het bos opzoeken. Terwijl een boswandeling zo fijn kan zijn om even je zorgen en stress te vergeten.”

Boswachter Monique Zondag was blij met het initiatief van De Pater. “Bij Staatsbosbeheer merken we dat nieuwe Nederlanders wel naar parken in de stad gaan, maar natuurge­bieden maar weinig opzoeken. Die doelgroep willen we natuurlijk ook graag bereiken. Van de eerste groep waarmee ik in november op pad ging, kreeg ik te horen dat zij wel naar buiten zouden willen, maar dat ze niet goed weten hoe ze dat moeten aanpakken. Toen ik vertelde dat er bewegwijzerde wandelroutes zijn, waardoor je niet snel verdwaalt, was dat voor hen een eyeopener.”

Aangevallen

“In veel landen is het niet zo eenvoudig om de natuur op te zoeken”, vult De Pater aan. “Bovendien kan het gevaarlijk zijn.” Syriër Husein Kaymoz beaamt dat. “Een vriend van een oom van mij is ooit door een hyena aangevallen.”

Toch wekken de wroetplekken van de wilde zwijnen die op veel plekken in het bos zijn te zien weinig stress op bij de groep. De omgewoelde bosgrond wordt uitgebreid bekeken en ondertussen worden selfies genomen. “De eikels en beukenootjes beginnen nu op te raken, dus gaan de zwijnen wroeten om wortels te vinden”, legt stagiair-boswachter Koos Koopman uit. Mohamad Alsheikh uit Syrië houdt voor de grap een stok als een soort zwaard in zijn handen vast. “Kom maar op varken!” zegt hij.

Naast statushouders, zoeken ook expats en andere nieuwe Nederlanders de natuur doorgaans niet zo snel op. Stichting Project Landing wil deze nieuwkomers stimuleren om de natuur in hun omgeving te ontdekken. Dat doen ze door het organiseren van vertelavonden, lezingen en expedities. Ook maken ze natuurdocumentaires samen met nieuwe Nederlanders. Daarbij werken ze samen met de Rijksuniversiteit Groningen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en IVN, stichting voor natuureducatie.

Net verhuisd

“We zijn er niet alleen voor nieuwkomers”, legt Oriana van der Sande-Semenciuc van Project Landing uit. “Met onze expedities lopen ook Nederlanders mee, die binnen Nederland zijn verhuisd en het groen in hun nieuwe streek willen leren kennen.”

Zo organiseert Project Landing zaterdag een excursie in Delft en omgeving. Van der Sande: “Eerst krijgen we uitleg over het waterbeheer in Delft en daarna zoeken we natuur­gebied Delftse Hout op.”

De van oorsprong Roemeense denkt dat er onder nieuwe Nederlanders onwetendheid is over de natuur. “Nederland is zo dichtbevolkt en dichtbebouwd dat het soms de indruk wekt dat achter die gebouwen geen groen is. Ook zijn de verwachtingen soms niet hooggespannen. Omdat alles in Nederland door mensen is geschapen, zal de natuur dat ook wel zijn.”

Koudwatervrees

Hoewel er nog een wereld te winnen valt, zijn de initiatieven om nieuwkomers de natuur in te lokken nog maar dun gezaaid. “Natuurorganisaties willen wel graag nieuwe doelgroepen bereiken, maar ze hebben nog wat koudwatervrees”, vermoedt Irina van der Vlag-Churylova, coördinator van Project Landing. “Misschien zijn ze huiverig geworden door de negatieve publiciteit die volgde op de lancering van de smulbossen voor allochtone Nederlanders.” In deze bossen zouden nieuwe Nederlanders traditionele lekkernijen als paddestoelen en tamme kastanjes kunnen oogsten.

“Het zou goed zijn als er bij natuurorganisaties meer medewerkers zouden werken met een andere achtergrond”, vult haar collega Van der Sande aan. “Ook zouden zij meer contact kunnen zoeken met verenigingen van nieuwe Nederlanders om samen te kijken hoe ze deze groepen wel kunnen bereiken.”

Thuis voelen

Ook binnen inburgeringscursussen is het niet gebruikelijk om het groen op te zoeken. Het StartCollege is een uitzondering. De Pater: “De gemeenten Meerinzicht, Putten, Nunspeet en Elburg subsidiëren de taalactiveringsexcursies. Zij vinden het belangrijk dat vluchtelingen niet alleen de Nederlandse taal leren, maar ook de maatschappij leren kennen. Daarmee hopen ze te kunnen voorkomen dat statushouders lang in een uitkering blijven hangen.”

Irina van der Vlag zou het toejuichen als het verkennen van het landschap standaard onderdeel zou zijn van de inburgeringscursus. “Ik ben zelf veertien jaar geleden vanuit Oekraïne naar Nederland gekomen en merkte tijdens mijn studie landschapsgeschiedenis hoeveel het betekent als je je ruimtelijk ergens thuis voelt. Dat helpt je om er te wortelen, de cultuur en historie van een land kun je namelijk ook terugzien in het landschap. Ook geeft het je aanknopingspunten om een gesprek te beginnen.”

Bron: Trouw